Hongarije krijgt enorme EU-boete vanwege streng migratiebeleid
Hongarije is door het Europees Hof van Justitie veroordeeld tot een boete van 200 miljoen euro wegens het weigeren van immigranten. Daarnaast moet het land voor iedere dag dat het zich niet conformeert aan het EU-beleid een extra boete van 1 miljoen euro betalen, meldt NOS.
Deze beslissing volgt na een eerdere uitspraak van het Hof in 2020, waarin al werd geconstateerd dat Hongarije de Europese migratiewetten niet naleefde. De Europese Commissie vond echter dat Hongarije onvoldoende verbeteringen doorvoerde, wat leidde tot een nieuwe rechtszaak.
De Hongaarse premier Viktor Orbán bestempelt het vonnis als "schandalig en onacceptabel", schrijft hij op X. Orbán stelt dat "illegale migranten belangrijker lijken voor Brusselse bureaucraten dan hun eigen Europese burgers."
Hongarije heeft de EU-migratieregels overtreden door afgewezen asielzoekers niet de tijd te geven om een beroep tegen hun afwijzing af te wachten in Hongarije zelf. Daarnaast staat de Hongaarse wetgeving alleen toe dat vluchtelingen asiel aanvragen bij ambassades in Servië en Oekraïne. Personen die toch proberen de grens over te steken worden systematisch gearresteerd en zonder procedure het land uitgezet.
Sinds zijn aantreden in 2010 voert Orbán een streng migratiebeleid. Tijdens de vluchtelingencrisis in 2015 werden aan de grenzen met Servië en Kroatië prikkeldraadhekken opgericht en asielzoekers in detentiekampen langs de Servische grens vastgehouden. In 2020 oordeelde het Hof dat Hongarije deze detentiekampen moest sluiten.
Het opleggen van hoge dwangsommen aan lidstaten is ongebruikelijk voor het Europees Hof. Drie jaar geleden werd Polen bestraft met een dwangsom van een half miljoen euro per dag. Toen Polen weigerde te betalen, werd het bedrag ingehouden op de EU-subsidies die het land ontving.