Doorbreek het taboe omtrent onderwijs
Als student in Rome merk ik dat ik Nederland soms mis – ja, werkelijk. Ik mis ons gave landje. Maar die heimwee vervaagt al snel zodra ik meldingen uit Utrecht ontvang over de voortdurende protesten tegen de hoger-onderwijsplannen van het nieuwe kabinet. Of wanneer ik de Canal Digitalapp open en talkshowtafels zie vol linkse tranen en verontwaardiging over de langstudeerboete en de aangekondigde bezuinigingen. Waar komt toch dit drama vandaan? Het lijkt erop dat men niet beseft dat een bezuiniging op het hoger onderwijs en onderzoek niet noodzakelijk een bezuiniging op de kwaliteit van het hoger onderwijs en onderzoek inhoudt. Integendeel, deze twee zogenaamd controversiële maatregelen zouden juist een positieve invloed kunnen hebben op zowel de sector als de samenleving. Toch lijkt deze opvatting zeldzaam, alsof elke kritische blik op het onderwijs als heiligschennis wordt gezien.
De gesneden ui
Op de universiteitscampussen lijkt de verontwaardiging over de langstudeerboete geen einde te kennen. Misschien is het studentikoos, maar steeds meer studenten lijken het leven om te draaien. In plaats van eerst kennis te vergaren en vervolgens die kennis in te zetten voor de maatschappij, schuiven zij hun studie liever voor zich uit om zonder solide basis hun ideologische strijd aan te gaan om de wereld te redden van zogenoemd racisme, fascisme en klimaatverandering. De langstudeerboete moet dan ook een stimulans worden – om deze idealistische wereldverbeteraars aan te moedigen hun studie sneller af te ronden en werkelijk bij te dragen aan de maatschappij. Dat is toch het minste wat we mogen verwachten, gezien de aanzienlijke hoeveelheid belastinggeld die naar studenten vloeit. De student betaalt immers zelf slechts 20 procent van het instellingsgeld; de rest (10.000 euro!) wordt door de samenleving opgebracht. Het is dan op z’n zachtst gezegd merkwaardig dat men tegenwoordig vier keer van studie én van gender kan wisselen, tien jaar kan doen over een studie als genderstudies, en dan nog verwacht dat de samenleving – inclusief de “fascisten,” “racisten,” vleeseters etc. – de financiering blijft verzorgen. Ach, en maar streven naar gelijkheid en rechtvaardigheid.