Zweedse jihadisten vervolgd voor terrorisme: bekeerd op school
In Zweden heeft de aanklacht tegen vier mannen, waaronder de broers Elias en Rasmus Johansson, voor veel ophef gezorgd. De broers worden beschuldigd van het voorbereiden van terroristische misdrijven en deelname aan een terroristische organisatie. Volgens de Zweedse autoriteiten waren zij actief namens Islamitische Staat in Somalië, meldt het nieuwsmedium Samnytt.
Elias (25) en Rasmus (23) Johansson groeiden op in een typisch Zweeds gezin. Hun jeugd in Tyresö leek aanvankelijk onopvallend, tot Elias op zijn vijftiende aankondigde zich tot de islam te hebben bekeerd. Zijn moeder beschreef deze bekering later als “afschuwelijk en beangstigend.”
Niet lang daarna volgde ook Rasmus het voorbeeld van zijn oudere broer. De bekering leidde tot een radicale verandering in hun leven. Elias bezocht regelmatig moskeeën, waaronder een keldermoskee in Bollmora, gerund door de Tyresö Islamic Cultural Association. Hier groeide zijn religieuze toewijding, en volgens Säpo, de Zweedse veiligheidsdienst, begon hij steeds extremere ideeën te ontwikkelen.
Geheime operaties
De Zweedse veiligheidsdienst hield de keldermoskee in Bollmora nauwlettend in de gaten. In februari 2024 probeerde Elias naar Somalië te reizen met een enkeltje, maar hij werd tegengehouden in Turkije vanwege verdenkingen over zijn intenties. Dit incident wekte extra argwaan bij de Zweedse veiligheidsdienst Säpo, die vervolgens een geheime spionagecamera in de moskee plaatste.
Op 6 maart van dit jaar registreerden deze camera’s hoe Elias en anderen in de moskee omgingen met een verdacht wapen. De volgende dag sloeg de nationale taskforce van de politie toe. Bij een inval werden Elias, Rasmus en twee andere verdachten gearresteerd. Volgens de autoriteiten waren zij bezig met het voorbereiden van jihadistische aanvallen, waarbij joden als doelwit werden genoemd.
Naast de Johansson-broers zijn nog twee mannen aangeklaagd. Omar Atia (21), geboren in Zweden uit ouders van Egyptische en Marokkaanse afkomst, en Elyas Hakamali (63), afkomstig uit Somaliland en sinds 1992 woonachtig in Zweden. Volgens de aanklacht waren alle vier de mannen betrokken bij Islamitische Staat in Somalië en deelden zij plannen om gewelddadige aanslagen uit te voeren.
Rechtszaak en ontkenning
De rechtszaak tegen de vier mannen wordt gezien als een van de meest prominente terreurzaken in Zweden van de afgelopen jaren. De verdachten ontkennen echter alle beschuldigingen. Hun advocaten stellen dat er onvoldoende bewijs is voor de beweringen van de aanklagers en wijzen op mogelijke procedurefouten tijdens het onderzoek.
De zaak benadrukt de voortdurende dreiging van radicalisering in Zweden, vooral onder jonge mannen die vatbaar zijn voor extremistische ideologieën. De arrestaties en vervolging hebben ook vragen opgeroepen over hoe Zweden radicalisering binnen eigen grenzen het beste kan bestrijden.