Bloedbad bij pensioenfondsen: dekkingsgraad zakt naar 116 procent

De onrust op de financiële markten als gevolg van de handelsoorlog van de Amerikaanse president Trump heeft stevige gevolgen voor Nederlandse pensioenfondsen. Volgens de laatste cijfers van adviesbureau Aon is de gemiddelde dekkingsgraad in april met 4 procentpunt gedaald naar 116 procent, meldt NOS.
De forse daling heeft twee duidelijke oorzaken. Allereerst kelderde de rente. Omdat pensioenfondsen op basis van de rente berekenen hoeveel geld ze nu moeten reserveren voor toekomstige uitkeringen, zorgt een lagere rente direct voor hogere verplichtingen. Dit leidde tot een kostenstijging van 3,7 procent.
Daarbovenop kwam een lichte daling van het vermogen van de fondsen zelf: 0,4 procent minder waarde door beursverliezen. Samen zorgden deze twee factoren ervoor dat de dekkingsgraad met 4 procentpunt onderuitging.
NSC-Kamerlid Agnes Joseph maakt zich grote zorgen, zeker met de nieuwe pensioenwet in zicht. 'Dit laat direct een risico zien van de overgang naar het nieuwe stelsel. De omzetting van bestaande pensioenen is namelijk afhankelijk van dagkoersen. Dit is bijzonder riskant', schrijft ze op X. 'Daarom wil NSC dat pensioenfondsen ook geleidelijk kunnen toegroeien naar het nieuwe stelsel en bij aanpassing van opgebouwde pensioenen inspraak van de pensioendeelnemers.'
Wat betekent de dekkingsgraad?
De dekkingsgraad laat zien hoe gezond een pensioenfonds is. Bij een dekkingsgraad van 100 procent is er precies genoeg geld om alle beloofde pensioenen te betalen. Zit een fonds daaronder, dan dreigt een tekort. Zit het er boven, dan is er ruimte om bijvoorbeeld pensioenen te verhogen.
De huidige stand van 116 procent klinkt redelijk robuust, maar Aon waarschuwt dat niet alle fondsen even sterk zijn. Sommige fondsen hebben minder reserve en lopen nu tegen serieuze uitdagingen aan, zeker met de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel in zicht.
Nieuwe pensioenstelsel onder druk
Veel pensioenfondsen zijn volop bezig met de voorbereidingen voor het nieuwe stelsel, dat uiterlijk 1 januari 2026 moet worden ingevoerd. Hoe hoger de dekkingsgraad bij die overgang, hoe soepeler die kan verlopen. Want bij een goed gevulde kas is er ruimte om deelnemers te compenseren als dat nodig is.
“De vreemde situatie doet zich nu voor dat juist door de transitie pensioenfondsen ineens heel korte termijn beleggers worden,” stelt Aon scherp. Normaal kijken fondsen vooral naar de lange termijn, maar door de naderende deadline zijn ze nu extra alert op maandelijkse schommelingen.
Aandachtspunten en uitstel
Aon-directeur Frank Driessen roept pensioenfondsen op om vooral kalm te blijven. “Herstel kan nog wel degelijk plaatsvinden,” zegt hij in gesprek met NOS. Maar hij adviseert tegelijkertijd om alvast een plan klaar te hebben voor het geval de dekkingsgraad verder terugvalt.
De Pensioenfederatie, de belangenorganisatie voor pensioenfondsen, bevestigt dat veel fondsen zich hebben voorbereid en maatregelen hebben genomen om schokken op te vangen. Toch merkt Aon op dat een aantal fondsen hun overgang naar het nieuwe stelsel al heeft uitgesteld. De verwachte piek in overstappers schuift nu een jaar op.
Blik op de toekomst
Met nog acht maanden te gaan voor de deadline van 1 januari 2026, ligt er druk op de ketel. Voor fondsen is het cruciaal dat er geen nieuwe financiële tegenvallers komen. Aon benadrukt dat de komende periode bepalend wordt voor de vraag of de overgang naar het nieuwe stelsel soepel verloopt of dat er opnieuw vertraging ontstaat.
De handelsoorlog heeft zo niet alleen de financiële markten opgeschud, maar ook een onverwachte factor van onzekerheid toegevoegd aan een toch al spannende pensioenhervorming. Hoe de fondsen hiermee omgaan, zal de komende maanden scherp in de gaten worden gehouden.