Europese veestapel krimpt verder, met Nederland voorop

Het aantal boerderijdieren in Europa daalt gestaag. Uit nieuwe cijfers van Eurostat blijkt dat de Europese veestapel in 2024 opnieuw is gekrompen. Varkens, runderen, schapen en geiten verdwijnen in rap tempo uit het landschap. Nederland doet bovengemiddeld mee, met vooral een scherpe daling bij het rundvee.
Europa houdt steeds minder dieren. In totaal telde de Europese Unie vorig jaar 132 miljoen varkens, 72 miljoen runderen, 57 miljoen schapen en 10 miljoen geiten. Vergeleken met tien jaar geleden is dat een forse daling: varkens: (–8,1 procent), runderen (–8,7 procent), schapen (–9,4 procent), geiten (–16,3 procent).
In totaal is de Europese veestapel sinds 2014 met zo’n tien procent gekrompen. Daarmee lijkt sprake van een structurele trend. De oorzaak ligt deels in strengere milieuregels, veranderende landbouwsubsidies, economische druk en maatschappelijke weerstand tegen intensieve veehouderij.
Nederland krimpt sneller dan gemiddeld
In Nederland ging het in 2024 nog sneller dan in de rest van Europa. Het aantal runderen daalde hier met 4,7 procent, tegenover een Europees gemiddelde van 2,8 procent. In één jaar tijd verdwenen er ruim 180.000 runderen. Volgens Eurostat liepen er in 2024 nog 3,56 miljoen runderen rond op Nederlandse bodem.
Daarmee staat Nederland op de zevende plaats binnen de EU. De meeste runderen worden gehouden in: Frankrijk (16,5 miljoen), Duitsland (10,5 miljoen), Ierland (6,3 miljoen) en Polen (6,2 miljoen).
Varkens: groei in Spanje, krimp in Nederland
Ook het aantal Nederlandse varkens liep terug: van 10,4 miljoen in 2023 naar 10,2 miljoen in 2024 (–1,8 procent). Dat is iets sterker dan het Europees gemiddelde (–0,5 procent).
Opvallend is dat in Spanje het aantal varkens juist toeneemt. Spanje blijft daarmee veruit de grootste varkenshouder van Europa met 34,6 miljoen dieren. Daarna volgen: Duitsland (21,3 miljoen), Frankrijk (11,7 miljoen) en Denemarken (11,6 miljoen).
Blauwtong raakt Nederlandse schapensector
Het aantal schapen in Nederland kreeg in 2024 een flinke klap: –8,7 procent. Dat is de grootste daling onder alle diercategorieën in ons land. Een belangrijke oorzaak is het blauwtongvirus, dat vorig jaar veel dieren trof.
Waar Nederland in 2023 nog 665.000 schapen telde, waren dat er in 2024 nog maar 607.000. In Europa zijn de meeste schapen te vinden in: Spanje (13,5 miljoen), Roemenië (10,4 miljoen) en Griekenland (7,8 miljoen).
Geiten ook in de min
Nederland telt ook minder geiten. In 2024 waren er nog 552.000, een daling van 2,5 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Dat zijn er 14.000 minder. De geitensector is in Nederland relatief klein vergeleken met andere landen. Griekenland voert de lijst aan met 2,6 miljoen geiten, gevolgd door Spanje (2,4 miljoen) en Roemenië (1,4 miljoen).
De cijfers van Eurostat laten weinig ruimte voor twijfel. De Europese veestapel krimpt al jaren, en de daling lijkt alleen maar door te zetten. Nederland volgt die trend – en soms zelfs voorop. Of het nu gaat om milieu, ziekte, regelgeving of veranderende consumentengewoonten: de grote aantallen dieren van vroeger lijken langzaam tot het verleden te gaan behoren.