ECB-directeur Lagarde pleit voor minder autonomie van EU-lidstaten

ECB-voorzitter Christine Lagarde pleit openlijk voor het inperken van nationale autonomie binnen de Europese Unie. Volgens haar staat Europa voor een existentiële crisis en is verdere integratie onvermijdelijk om economisch overeind te blijven. Nationale regels en beleidsvrijheid werken volgens Lagarde niet beschermend, maar juist verzwakkend.
Dat zegt Lagarde in een interview met Financial Times. De Europese Centrale Bank ziet volgens Lagarde dat monetair beleid zijn grenzen heeft bereikt. De volgende stap moet politiek en institutioneel zijn: meer centrale Europese sturing en minder ruimte voor nationale uitzonderingen.
Nationale regels als rem op groei
Lagarde erkent dat de eurozone de afgelopen jaren relatief stabiel is gebleven. Schokken door geopolitiek, energieprijzen en inflatie zijn opgevangen. Toch blijft de economische groei achter. De oorzaak ligt volgens haar niet bij rente of geldhoeveelheid, maar bij de manier waarop EU-lidstaten hun eigen regels blijven verdedigen.
“Wij zitten vrij dicht bij ons potentiële niveau,” zegt Lagarde, “maar er is nog veel werk te doen om de productiviteit in de eurozone te verbeteren.” Monetair beleid alleen is daarvoor onvoldoende.
Volgens haar wordt de interne markt tegengewerkt door nationale regelgeving. Niet door zichtbare grenzen, maar door verschillen in standaarden, vergunningen en administratieve eisen.
‘Zelfopgelegde handelsbarrières’
Lagarde spreekt van “zelfopgelegde tarieven”. Daarmee bedoelt zij geen invoerheffingen, maar nationale regels die de handel tussen lidstaten belemmeren. Deze regels beschermen vaak lokale markten of tradities, maar verstoren volgens haar het functioneren van de EU als één economische ruimte.
Berekeningen waar Lagarde naar verwijst, laten zien dat deze interne barrières neerkomen op een effectieve heffing van ongeveer 110 procent voor diensten en 60 procent voor goederen binnen de EU.
“Wij hebben een bijzondere neiging om dit onszelf aan te doen,” zegt Lagarde. “We beperken de stroom van goederen en diensten tussen lidstaten die eigenlijk één markt zouden moeten vormen.” Volgens haar is dat geen neutraliteit, maar economisch zelfverlies.
Minder nationale speelruimte
De ECB-voorzitter wijst vooral naar nationale overheden die EU-regels strenger toepassen dan nodig. Lidstaten voegen extra eisen toe aan Europese wetgeving, vaak uit politieke of culturele overwegingen. “Iedereen wil er nog iets bovenop leggen,” zegt Lagarde. “Meer regels, meer controle, meer administratie dan vereist.”
Volgens haar leidt dit tot versnippering en inefficiëntie. De impliciete boodschap is duidelijk: nationale beleidsvrijheid moet worden teruggedrongen. In plaats daarvan pleit Lagarde voor uniforme regels en centrale besluitvorming op EU-niveau.
Die lijn past binnen een bredere beweging richting EU-federalisering, waarbij lidstaten minder zelfstandig beleid voeren en de Europese instellingen meer macht krijgen.
Existentiële crisis als drukmiddel
Lagarde gebruikt zware taal om haar punt te onderstrepen. Zij spreekt van een “existentiële crisis” voor Europa. Wat zij daar precies mee bedoelt, laat zij open. Het gaat volgens haar om een combinatie van economische kwetsbaarheid, geopolitieke onzekerheid en concurrentie van grootmachten zoals de VS en China.
“Ik denk dat we midden in een existentiële crisis zitten,” zegt zij. Tegelijk ziet zij kansen. “Er is een euro-moment, en mogelijk een Europa-moment.” Maar dat moment kan volgens haar alleen worden benut als Europa snel handelt.
Kapitaalmarkten en controle
Een kernpunt in Lagardes pleidooi is de vorming van een echte Europese kapitaalmarktenunie. Europese bedrijven zouden minder afhankelijk moeten zijn van Amerikaanse investeerders en meer financiering binnen Europa moeten vinden.
Volgens haar stroomt Europees spaargeld te makkelijk naar de Verenigde Staten. Dat verzwakt de Europese innovatiekracht. Hoe lidstaten ertoe moeten worden gebracht hun kapitaal binnen Europa te houden, blijft onduidelijk. Lagarde laat in het midden of dat via stimulansen of verplichtingen moet gebeuren.
Gezamenlijke schulden, gezamenlijke defensie
Opvallend is dat Lagarde ook pleit voor gezamenlijke EU-schulden, met name voor defensie-uitgaven. Zij vergelijkt dit met de gezamenlijke leningen tijdens de coronapandemie. “Tijdens covid deden we dit omdat het om overleven ging,” zegt zij. “Defensie is net zo goed een kwestie van overleving en urgentie.”
Volgens Lagarde is gezamenlijke schuldfinanciering in dit geval gerechtvaardigd. Tegelijk wijst zij voorstellen af om het mandaat van de ECB te verbreden. De centrale bank moet zich blijven richten op prijsstabiliteit. “Zouden extreem lage rentes of grootschalige opkoopprogramma’s de barrières die ik beschrijf oplossen? Nee.”
Weerstand onvermijdelijk
Lagarde verwacht stevige tegenstand vanuit lidstaten die hun autonomie willen behouden. Zij spreekt over landen en groepen die tevreden zijn met hun huidige positie en geen verdere integratie wensen. “Er zullen reacties komen van mensen die zeggen: ‘Wij hebben het hier goed, laat ons met rust’.”
Toch ziet Lagarde dat verzet niet als reden om af te remmen. Volgens haar staat de Europese concurrentiekracht op het spel. Nationale beleidsvrijheid mag geen obstakel meer zijn.















































