Vorige week beschoot een groep jongemannen de gaybar Prik in Amsterdam vanuit een voorbijrijdende auto. "Ze schreeuwden vanuit de auto 'kankerhomo's' en begonnen vervolgens te schieten op ons terras," herinnert bareigenaar Gerson van Eck zich in een gesprek met Het Parool. Hoewel de groep met een speelgoedpistool schoot, raakte één bezoeker gewond aan zijn oog. Het is nog onzeker of het goed komt met zijn zicht. Een dader is nog niet opgepakt, of zelfs in beeld.
Dit anti-lhbt-incident is niet de eerste keer. Volgens Van Eck "zijn het meestal jongeren met een buitenlands accent en taxichauffeurs" die zijn gasten "verbaal intimideren". Van Eck spreekt van een "onophoudelijk probleem" van scheldkanonnades aan zijn bezoekers. Een enkele keer wordt er een "ei of een blikje gegooid". Veel gasten zijn er ondertussen zelfs aan gewend, hoewel dit anders is voor degenen uit het buitenland. De buitenlandse gasten voelen zich namelijk vaak onveilig in hun thuisland. Daarom komen zij naar Amsterdam, omdat zij zich hier veilig wanen. "Maar dat is dus niet zo, en dus is de impact dan vaak ook heel groot," erkent Van Eck.
Burgemeester Femke Halsema (GroenLinks) heeft woensdagavond gereageerd. Ze noemt de vele anti-lhbt-incidenten "een cultureel probleem", afkomstig van "corpsjongens en conservatieve jongeren". Ze zei: "Iedereen draagt verantwoordelijkheid om de norm uit te dragen dat we een vrije en diverse stad zijn."
Op Twitter heeft JA21-raadslid Annabel Nanninga gereageerd. Ze is cynisch over Halsema's probleemanalyse. 'Bíj́na goed!' schrijft ze over het idee dat de schuld vooral zou liggen bij corpsjongens en conservatieve jongeren. Wel is Nanninga het ermee eens dat het een cultureel probleem is.
Journalist Roderick Veelo classificeert Halsema als een 'struisvogelburgemeester'. Hij spreekt schertsend van 'getinte conservatieve corpsjongens met een Marokkaans accent'.
Wethouder verborg onwelgevallig rapport over Marokkaanse jongeren
Het is niet de eerste keer dat het politieke bestuur van Amsterdam om de hete brei heen draait. Zo zou de Amsterdamse wethouder Rutger Groot Wassink (GroenLinks) maandenlang een onwelgevallig rapport onder de mat hebben geschoven. Het rapport kwam uit in februari 2021, en werd uitgevoerd in opdracht van de Gemeente Amsterdam. Vijftien slachtoffers van anti-lhbt-geweld spreken hierin over hun ervaringen. De slachtoffers wijzen vaak jonge mannen met een Marokkaanse achtergrond aan als dader. Ook spreekt het rapport van 'tienerjongens met een niet-Nederlandse achtergrond die in groepsverband discriminatoire acties uitvoeren'.
De uitkomst van het rapport was een doorn in het oog van GroenLinks, zo bleek. Wethouder Groot Wassink schoof het rapport namelijk maandenlang onder de mat tot het zomerreces, zodat het minder aandacht zou krijgen. JA21-raadslid Annabel Nanninga reageerde hier destijds woedend op: 'Uit dit rapport komt glashelder naar voren waar GroenLinks en de andere collegepartijen al decennia hardnekkig van wegkijken: homohaat komt veel voor onder Marokkaanse jongens.' Hieraan voegde ze toe: 'Kennelijk is zelfs in Amsterdam die olifant in de kamer inmiddels te groot om nog onder multicultureel gewauwel te kunnen bedekken.'
Zelf ontkende Groot Wassink dat hij destijds het rapport zou hebben 'weggemoffeld'. Volgens hem waren er goede reden geweest om het rapport nog langer aan te houden, omdat nog niet alle onderzoeken waren afgerond.