Vorige week woensdag werd gelekt naar de pers dat de leiding van de Tweede Kamer, voorgezeten door Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66), een onderzoek gaat instellen naar mogelijk grensoverschrijdend gedrag van oud-Kamervoorzitter Khadija Arib (PvdA). De aanleiding hiervoor was het positief advies van de landsadvocaat over twee anonieme klachten over Aribs gedrag uit juli. De twee klachten spreken van 'machtsmisbruik', 'een schrikbewind' en 'een onveilige werkomgeving'. Volgens de landsadvocaat wijzen de anonieme brief op een 'breder, structureel advies'. Arib zou vooral haar ambtenaren tot grote last zijn, luidde de beschuldiging.
Arib reageerde verontwaardigd over het onderzoek. Meteen wees ze met de vinger naar Bergkamp: "Vera Bergkamp is hier verantwoordelijk voor." Arib noemde de actie 'een "anonieme", politieke dolkstoot in mijn rug.' Ook eiste ze directe opheldering van Bergkamp: 'Ik eis van Vera Bergkamp (D66) een verklaring over deze werkwijze. Dit staat haaks op zorgvuldigheid en een sociaal veilige werkomgeving.'
Arib meende dat Bergkamp actief op zoek is gegaan naar klachten over haar. Bergkamp ontkende echter dat het ging om een politieke dolkstoot. "We zouden het Presidium echt tekortdoen als dat de reden zou zijn. Dus dat werp ik echt verre van mij," zei ze destijds. Ze besloot aangifte te doen van het gelek naar de pers, maar Kamerlid Pieter Omtzigt noemde deze aangifte 'kansloos'.
'Arib-amtenaren'
Leidde Arib inderdaad een 'schrikbewind'? Deskundigen verzamelden in 2021 maar liefst 23 klachten tegen Arib in de periode 2018-2021. De Onderzoeksraad zou zich al jarenlang bezighouden met vermeend wangedrag van de oud-Kamervoorzitter. Al in 2016 schreef de raad aan Arib: 'De OR heeft uw gedrag als intimiderend en aanmatigend ervaren.'
Maar sinds een paar dagen klinken er ook heel andere geluiden van ambtenaren. Journalist Ton F. van Dijk publiceerde woensdagavond bij HP/De Tijd een verslag met meerdere getuigenissen van zogeheten 'Arib-ambtenaren'. Deze ambtenaren hebben veel met Arib gewerkt, maar en spreken met respect voor haar. Tegelijkertijd zijn ze naar eigen zeggen niet blind voor haar scherpe kanten. Ook werken veel van deze ambtenaren al op hoog niveau in de Tweede Kamer, zodat ze ook vergelijkingsmateriaal hebben.
"Arib heeft veel fans"
De Arib-ambtenaren herkennen zich totaal niet in de beschuldigingen van 'machtsmisbruik', 'een schrikbewind' en 'een onveilige werkomgeving'. Eén ambtenaar zegt: "Arib heeft veel fans bij beveiliging en restaurant, de gewone medewerkers, ook de griffiers. Het is slechts een klein clubje met een heel grote mond en wraakgevoelens, dat nu de beschuldigingen uit dat er sprake was van een schrikbewind. Dat is gewoon niet zo." Een andere ambtenaar verduidelijkt: "In de ambtelijke top zijn ongeveer vier mensen tegen Arib."
Volgens de ambtenaren is er dus slechts 'een klein clubje' dat iets tegen Arib heeft. Dit komt niet doordat het kleine clubje weinig opheeft met Arib, maar meer met politiek in het algemeen, stellen de Arib-ambtenaren: "Ze snappen niet wat werken in een politieke omgeving betekent. Ze beschikken eenvoudig niet over de vereiste politieke sensitiviteit, ze voelen het Kamerwerk niet aan." Een ander vult aan: "Ze zijn afkomstig uit een niet-politieke omgeving. Een voorzitter is natuurlijk juist heel goed in politiek. Deze ambtenaren vinden politiek eigenlijk maar onzin. Politici vinden ze lastig, ze moeten zich nergens mee bemoeien. Maar dat slaat natuurlijk nergens op in deze bij uitstek politieke omgeving."
"Coördinatie en afstemming van bovenaf"
Hoe oprecht zijn de 23 aanklachten? Een Arib-ambtenaar spreekt van 'rancune', en kwalificeert de aanklachten als 'helemaal in scène gezet': "Het is rancune, het lijkt helemaal in scène gezet, dit zijn niet de liefste mensen in de Kamer. Wat wil je bereiken dat je zo’n hetze veroorzaakt?" Arib beweerde dat Bergkamp actief op zoek ging naar klachten over haar. Deze ambtenaar lijkt dit te beamen: "Er was enorm veel weerstand bij de ambtelijke hoofden. Ik heb het vermoeden dat een of twee hoofden de afgelopen periode actief bezig zijn geweest met het benaderen van ontevreden mensen. Ze werden aangemoedigd met NRC te praten. Dat kan toch niet?"
Ook een andere ambtenaar vermoedt dat niet alle aanklachten even oprecht zijn: "Van een schrikbewind was zeker geen sprake. Machtsmisbruik? Daar herkent slechts een klein deel zich in. [...] Van alles wordt nu een punt gemaakt, omdat dit nu even goed uitkomt." Een collega hekelt de ambtelijke top, en spreekt zelfs van 'coördinatie en afstemming van bovenaf': "Een collega van mij is zo’n 'slachtoffer' van Arib. Maar zij voelde zich juist niet gesteund door de ambtelijke top. Ze wordt nu gebeld door hoge ambtenaren, een soort belclubje onder de klagers. Of ze haar verhaal wil doen. Er is sprake van coördinatie en afstemming van bovenaf.”
Een andere Arib-ambtenaar erkent dat sommige klagers best een punt kunnen hebben. Maar ook denkt hij dat dit soms veroorzaakt kan zijn geweest door hun eigen gedrag: "23 mensen die het moeilijk hebben gehad en naar de bedrijfsarts zijn gestapt? Dat zou goed kunnen, er zijn er ongetwijfeld bij die onterecht zijn af geserveerd, maar ook een aanzienlijk aantal dat te weinig kwaliteit leverde. En dat laatste was niet de schuld van Khadija."
Een ander beeld
Journalist Ton F. van Dijk conludeert aan het einde van zijn artikel dat er geen eenstemmige duidelijkheid is over het functioneren van Arib. Bovendien is volgens hem de bewering van NRC dat 'de mensen die wél met Khadija overweg kunnen allemaal "ja-knikkers" zijn' absoluut onwaar.
Van Dijk constateert dat er meerdere waarheden over het functioneren van Arib tegelijkertijd naast elkaar hebben bestaan. Daarom vindt hij dat alle stemmen moeten worden gehoord, zodat een evenwichtig beeld van Aribs functioneren kan worden geschetst.