In Nederland wordt er steeds meer gevreesd voor de groeiende kloof tussen arm en rijk. Maar CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen stelt nu iedereen gerust: volgens statistieken heeft ons land niet bepaald code rood.
Zo blijkt het met de vermogensongelijkheid blijkt niet bepaald slecht gesteld te zijn in Nederland. Ondanks het doemdenken van sommige linkse politici valt de werkelijke situatie reuze mee volgens de World Inequality Database. 'Daarin bezit de rijkste 1 procent van Nederland 16 procent van het totale vermogen. Alleen in België is dat aandeel lager, stelt hij.
Deze database is onder meer van de Franse econoom Thomas Piketty, die in 2013 zijn wereldberoemde boek Kapitaal in de 21e eeuw uitbracht. Van Mulligen vervolgt: 'Volgens de WIDB is het aandeel van de rijkste 10 procent in Nederland zelfs het laagste ter wereld, met 48 procent. Best ongelijk, maar elders is het nog erger.'
Recent nam Van Mulligen al de kansenongelijkheid onder de loep. Zijn conclusie: armoede is 'nauwelijks erfelijk' in Nederland, stelt Van Mulligen. Van de kinderen die in 1995 opgroeiden in een arm gezin, heeft slechts 10 procent als volwassene in 2020 ook een inkomen onder de armoedegrens.
Dit betekent dat er een hoge inkomensmobiliteit is in Nederland, stelde Van Mulligen op sociale media. Door de jaren heen zijn er dus flinke economische stijgingen en dalingen mogelijk in iemands leven.
Dit kan zelfs groteske vormen aannemen. Bijvoorbeeld: 15 procent van de kinderen die in 1995 in bij de laagste inkomens zaten, behoort in 2020 tot de hoogste inkomens, aldus Van Mulligen. 'Wie voor een dubbeltje geboren wordt, wordt dus vaak een kwartje en regelmatig zelfs meer,' schrijft hij