Waar ging het kort geding over?
Links activistische organisaties die zich voor verschillende pro-Palestina en anti-Israël-initiatieven inzetten, zoals Al-Haq, Palestinian Centre for Human Rights en Stichting Palestina, hadden een zaak tegen de Nederlandse Staat aangespannen om het exporteren van wapens naar Israël te blokkeren. Ook wilden de organisaties dat goederen die geen wapens zijn, maar wel als wapens kunnen worden ingezet, zogeheten 'dual use-goederen', niet langer geleverd zouden worden aan Israël.

De Rechtbank gaat niet mee in de wens van de linkse organisaties en vindt dat "de Staat niet kan worden verplicht tot een algeheel embargo."

Volgens de Rechtbank moet wel in alle gevallen gekeken worden of geleverde wapens het humanitaire oorlogsrecht niet zouden schenden: "Op de Staat rust de verplichting om per aanvraag te beoordelen of de export van dergelijke goederen op grond van geldende regelgeving toelaatbaar is en daarbij te toetsen of er een duidelijk risico bestaat dat de goederen door Israël kunnen worden gebruikt op een wijze die tot schending van het humanitaire oorlogsrecht zou kunnen leiden."

Volgens de Rechtbank doet de Staat dit al, waarmee "de Staat voldoet aan die verplichting." Het kort geding dat door de pro-Palestina-organisaties was aangespannen, is een van de vele rechtszaken en campagnes die tegen Israël worden aangespannen.

Het is nog niet duidelijk of de organisaties die het kort geding hebben aangespannen andere juridische stappen zullen nemen om het afwijzen van hun kort geding aan te vechten.