Brussel keurt larvenpoeder goed als voedselingrediënt
De Europese Commissie heeft het gebruik van larvenpoeder als ingrediënt in voedselproducten goedgekeurd, meldt EU News. Dit besluit maakt deel uit van de bredere duurzaamheidsdoelstellingen van de Agenda 2030 en leidt tot een felle discussie over de toekomst van voedsel in Europa.
Het larvenpoeder, afkomstig van insectenlarven, mag voortaan worden verwerkt in diverse voedingsmiddelen, zoals brood, kaas, pasta en zelfs aardappelproducten. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) heeft het product geëvalueerd en als veilig beoordeeld. Dit opent de deur voor producenten om het te gebruiken, op voorwaarde dat de verpakkingen consumenten waarschuwen voor mogelijke allergieën.
Het etiket moet specifiek vermelden dat het poeder allergische reacties kan veroorzaken bij mensen die gevoelig zijn voor schaaldieren, derivaten van schaaldieren en mijten. Deze transparantie is volgens de Europese Commissie essentieel om consumenten goed te informeren.
Insecten als duurzame eiwitbron
De goedkeuring sluit aan bij aanbevelingen van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO). Zij promoten insectenconsumptie als een milieuvriendelijk alternatief voor traditionele eiwitbronnen, zoals vlees. Naast larvenpoeder zijn eerder al het gebruik van de huiscricket (in poedervorm, gedroogd of bevroren) en migrerende sprinkhanen goedgekeurd.
Hoewel Brussel benadrukt dat het gebruik van larvenpoeder een vrijwillige keuze is voor producenten en consumenten, roept de maatregel veel weerstand op. Tegenstanders beschuldigen de Europese Unie van het opdringen van een dieet dat niet strookt met de eetgewoonten en tradities van veel Europeanen.
Aan de andere kant juichen milieuorganisaties en voorstanders van de Agenda 2030 het besluit toe. Zij zien het als een belangrijke stap om de impact van de voedselproductie op het klimaat te verminderen.