Sinds vorige week kampt Frankrijk met grote brandstoftekorten. Volgens de Franse Energieminister heeft een derde van de tankstations momenteel levermoeilijkheden voor tenminste één brandstofproduct. Lange rijen hebben zich al bij de benzinestations gevormd, meldt Politico. Ook heeft de Franse overheid in sommige regio's al moeten waarschuwen voor het massaal paniek-kopen van brandstoffen door burgers. Er is al een aantal noodmaatregelen aangekondigd, zoals het tappen uit de strategische oliereserves van Frankrijk.
De brandstoftekorten komen door de stakingen van olieraffinaderij-medewerkers voor hogere lonen. De extreem-linkse vakbond CGT heeft aangemoedigd tot deze stakingen. Fabrieken die geleid worden door ExxonMobil en TotalEnergies, worden om deze reden verstoord in hun productie-activiteiten.
Reacties vanuit de politiek
De rechtse politica Marine Le Pen wijst nu met de vinger naar president Emmanuel Macron. Volgens haar heeft Macron niet genoeg geanticipeerd op de stakingen, waardoor de situatie uit de hand zodanig heeft kunnen gelopen dat er nu zulke brandstoftekorten zijn. De rechtse partij Les Républicains is het hiermee eens: "Ze zijn wel erg laat wakker geworden," merkte partijleider Xavier Bertrand vorige week op over de regering. Ook zei hij dat het recht om te staken "constitutioneel" is, hoewel hij niet vindt dat het "de continuïteit van openbare diensten" mag verhinderen.
Maar met deze beschuldigingen is de Franse president Emmanuel Macron het niet eens. Deze maandag bekritiseerde hij indirect de stakende fabriekswerkers: "Een blokkade is niet een manier van onderhandelen." Hij vervolgde: "Onderhandelingen over salaris zijn legitiem [...] maar ze moeten het zo voor elkaar krijgen dat onze landgenoten niet hun slachtoffer zijn." Volgens Macron is het niet de verantwoordelijkheid van de overheid om te bemiddelen tussen oliebedrijven en vakbonden. Daarom riep hij oliebedrijven en vakbonden op om een compromis te bereiken over een salarisverhoging.