Beschuldigingen wangedrag tegen oud-Kamervoorzitter Arib geopenbaard: ze verhief haar stem
De beschuldigingen, die ervoor zorgden dat voormalig Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib (PvdA) sinds vorig jaar onderzocht wordt, zijn eindelijk bekend; ze verhief haar stem tegenover tien ambtenaren. Negen van hen zouden hier 'emotioneel onder hebben geleden'. Ook zou ze hier geen excuses voor aanbieden en zich er niet op laten aanspreken. Dit is de conclusie van het recherchebureau Hoffmann die van de nieuwe Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66) de opdracht heeft gekregen de aantijgingen tegen Arib te onderzoeken. Arib noemt het rapport achterbakse politiek.
De voormalige Kamervoorzitter is al langer kritisch over de manier waarop het onderzoek over haar werd uitgevoerd. Het onderzoek zou niet daadwerkelijk onafhankelijk zijn en het recherchebureau zou haar eigen regels niet volgens tijdens het onderzoek naar Arib. Ook werd Arib niet volledig geïnformeerd over waar ze precies over beschuldigd werd.
Bergkamp echter, zegt in een toelichting op het rapport dat ze het jammer vindt dat Arib niet wilde meewerken met het onderzoek. Volgens haar zijn zestien van de zeventien beschuldigingen tegen Arib nu onderbouwd. 'Het gaat om negeren, uitsluiten, negatieve verbale communicatie', aldus Bergkamp.
Geert-Jan en Carry Knoops, de advocaten van Arib, zijn zeer kritisch over het rapport en zeggen tegen De Telegraaf dat het onderzoek nooit had mogen plaatsvinden. 'De regelingen die gelden voor de politieke én ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer verbieden om onderzoek te doen naar anonieme meldingen. Toch is dat precies wat hier is gebeurd. Mensen zijn zelfs uitdrukkelijk uitgenodigd om anoniem en in het geheim te verklaren. Het is een anoniem en geheim onderzoek naar anonieme brieven.'
Arib noemde zelf het onderzoek eerder al een politieke afrekening. In een nieuwe reactie richting De Telegraaf haalt ze hard uit naar het rapport. 'Dit onderzoek is een uiting van achterbakse politiek en is ingesteld en uitgevoerd om mij als persoon te beschadigen. Daardoor is ook het vertrouwen en het aanzien van de politiek en ons parlement beschadigd.'