RIVM luidt noodklok: 2 op 3 Nederlanders te dik in 2050
Uit het nieuwe rapport van het RIVM, Volksgezondheid Toekomst Verkenning, blijkt dat overgewicht fors zal blijven toenemen als er geen veranderingen worden doorgevoerd. Naar verwachting zal in 2050 maar liefst 64 procent van de Nederlanders te zwaar zijn.
Gezondheidscrisis in Nederland?
De vitaliteit van Nederlanders staat al jaren onder druk. In 2022 had maar liefst 50 procent van de bevolking overgewicht, en deze trend blijft stijgen. Volgens prognoses zal in 2050 naar verwachting 64 procent van de Nederlanders te zwaar zijn. Dit betekent dat miljoenen mensen te maken zullen krijgen met de negatieve gevolgen van overgewicht, waaronder een verhoogd risico op chronische ziekten.
Met name onder jongeren is het overgewicht flink toegenomen. Waar in 1990 slechts 17 procent van de twintig- tot negenentwintigjarigen overgewicht had, was dit percentage in 2020 gestegen naar 32 procent. Het RIVM voorspelt dat deze stijging onder jongeren zal aanhouden. Daarbij blijkt dat wanneer mensen eenmaal overgewicht hebben, het vaak moeilijk is om hiervan af te komen.
Volgens het RIVM-rapport is een van de grootste risico’s van toenemend overgewicht de stijging in chronische ziekten. Mensen met overgewicht hebben een verhoogde kans op aandoeningen zoals diabetes, hart- en vaatziekten, en andere chronische kwalen. Het RIVM verwacht dat tegen 2050 maar liefst 12 miljoen Nederlanders chronische ziekten zullen hebben. Vooral aandoeningen zoals dementie en artrose zullen naar verwachting twee keer zo vaak voorkomen.
Het Nationaal Preventieakkoord, dat zes jaar geleden door de overheid werd ingevoerd om overgewicht tegen te gaan, lijkt weinig effect te hebben gehad. Met de almaar stijgende zorgkosten wordt preventie echter steeds belangrijker, zowel voor het welzijn van de bevolking als voor de economische houdbaarheid van het zorgsysteem.
Minister van Volksgezondheid Fleur Agema heeft nog niet gereageerd op de nieuwe cijfers uit het RIVM-rapport. Of het overheidsbeleid zal veranderen naar aanleiding van deze alarmerende gegevens, is vooralsnog onduidelijk.