Charlie Kirk stierf een westerse dood

Ik wil andere beschavingen niet tekortdoen: ook zij kennen hun tragische sterfgevallen, hun helden, hun politieke aanslagen en hun momenten van heroriëntatie. Toch was Charlie Kirk, als socratisch dialecticus, debater en waarheidsridder, in leven én dood overweldigend westers; op een wijze die het begrip het Westen – doorgaans een versleten, clichématig en opportunistisch ingezet woord, met een beweeglijk veld van mogelijke referenten – onverwacht veel substantie verleent.
We gebruiken te pas en te onpas de term “het Westen”, zonder te reflecteren op zijn betekenissen of zijn conceptuele oorsprong. Het is een woord dat we achteloos herhalen, denkend daarmee onze politieke en culturele zelf te vangen. Maar soms zijn er momenten waarop de kracht van het westerse ideaal ineens tastbaar wordt. En dat brengt ons bij Kirk: een man die twee jonge kinderen en een vrouw achterlaat; wiens lotgeval echter niet alleen treurig is, maar ook tragisch – tragisch op een subliem westerse wijze.
Praatmee