In september gaf minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) de opdracht tot de aanschaf van 2.000 flexwoningen. voor 200 miljoen euro. Dit moest gaan bijdragen aan de versnelde huisvesting van asielzoekers. Zodra de gemeenten een plek hadden gevonden, konden de flexwoningen er direct worden neergezet, was het idee. Het doel was om in de periode 2022-2024 bijna 40.000 flexwoningen te gaan bouwen.
Maar hiervan blijkt niets terecht te zijn gekomen, meldt de Volkskrant. Maar liefst 95 procent van de aangeschafte flexwoningen liggen nog in de opslag: 1.900 van de 2.000. Pas in mei werden de eerste flexplekken geplaatst in Delft: ruim een half jaar na de aankoop. Daarna is er geen enkele flexwoning meer neergezet in Nederland, bevestigt De Jonges woordvoerder tegenover de Volkskrant. Wel zal Leeuwarden in het najaar zo'n tweehonderd woonunits plaatsen.
Een hindernis voor gemeenten is de rigide bouwstandaard van de flexwoningen. Dit zou sommige gemeenten afschrikken, omdat dit niet altijd past bij de aangewezen locatie. Los van Delft, Leeuwarden en Bunnik, zijn alle gesprekken met gemeente blijven haperen in 'de verkennende fase'.
Tegenover de Volkskrant 'wil het ministerie uitdrukkelijk niet spreken van een fiasco'. Volgens een woordvoerder is er veel geleerd bij het aankoopproces. Wel erkent hij: 'Achteraf gezien hadden we dit anders moeten doen, met minder strikte standaarden.'