De Jonge laat onderzoek doen naar grenzen demonstratierecht
Het kabinet heeft aangekondigd dat het onafhankelijk onderzoek laat uitvoeren naar de huidige stand van zaken van het demonstratierecht en of dit nog voldoende aansluit bij de actuele ontwikkelingen. Dit besluit komt naar aanleiding van een groeiend aantal protestacties waarbij demonstranten vaak bewust de grenzen van het recht opzoeken of overschrijden, of waarbij andere grondrechten of de nationale veiligheid in het geding kunnen komen.
Minister De Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid hebben dit vrijdag kenbaar gemaakt aan de Tweede Kamer. Ze zijn van plan dit onderzoek te laten uitvoeren door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC).
Het onderzoek zal worden uitgevoerd in samenwerking met instanties die zich dagelijks inzetten om demonstraties mogelijk te maken en veilig te laten verlopen, zoals burgemeesters, het Openbaar Ministerie en de politie. Het zal zich richten op twee soorten situaties: acties waarbij demonstranten bewust de grenzen van de wet opzoeken of overschrijden, en demonstraties waarbij andere grondrechten of de nationale veiligheid in het geding kunnen komen.
"Iedereen moet kunnen demonstreren. Ik sta voor het demonstratierecht, zonder kan een democratie niet bestaan. Het demonstratierecht geeft iedereen de ruimte om de eigen boodschap met kracht over het voetlicht te brengen, maar biedt geen vrijbrief om doelbewust de regels te overtreden en de belangen van anderen aan te tasten. Als we hiervoor wegkijken, lopen we het risico dat het draagvlak voor het demonstratierecht onder druk komt te staan. Er is nu weinig ruimte om een belangenafweging te maken tussen het demonstratierecht en andere grondrechten, waardoor de indruk ontstaat dat grondrechten van de één belangrijker zijn dan die van de ander", stelt Hugo de Jonge in een reactie.