De zaak draaide om een wet uit 2018 in Schotland. Deze verplichtte openbare instanties om minstens de helft van hun bestuursfuncties te laten bekleden door vrouwen. In de praktijk werden ook transgender vrouwen met een wettelijk erkend geslachtsverandering meegeteld. De organisatie For Women Scotland (FWS) stapte naar de rechter. Volgens hen leidde deze interpretatie tot een oneerlijke verdeling van posities die bedoeld zijn voor biologische vrouwen.

Het hooggerechtshof stelde FWS in het gelijk. Volgens de rechters verwijst het woord 'vrouw' in de Equality Act uitsluitend naar personen die biologisch vrouw zijn. Daarmee komt er een eind aan de praktijk waarin transgender vrouwen automatisch onder het vrouwenquotum vielen.

De uitspraak betekent niet dat transgender personen helemaal buiten de wet vallen. Het hof benadrukt dat zij nog steeds bescherming genieten tegen discriminatie, maar dat deze bescherming specifiek van toepassing is op situaties waarin hun geslachtsverandering relevant is. Voor deelname aan vrouwenquota en soortgelijke maatregelen gelden zij niet langer als vrouw.

Wat deze beslissing betekent voor andere beleidsmaatregelen, zoals toegang tot vrouwensporten of vrouwengevangenissen, is nog onduidelijk. De uitspraak heeft in elk geval het debat over gender, recht en identiteit opnieuw op scherp gezet.