Windmolens jagen bewoners angst aan: ‘Je huis is straks onverkoopbaar’

In de pittoreske dorpen Vreeland, Loenersloot en Nigtevecht in de gemeente Stichtse Vecht is de onrust groot. De provincie Utrecht wil vier windmolens van maar liefst 240 meter hoog plaatsen in de nabijheid van deze woonplaatsen. Dat stuit niet alleen op esthetisch en milieukundig verzet, maar vooral op woede over de dreigende financiële gevolgen voor duizenden huiseigenaren.
“Je verkoopt met verlies,” waarschuwt advocaat Paulus Botman, die eerder gedupeerden bijstond in Flevoland, in gesprek met De Telegraaf. Hij noemt de vergoeding die omwonenden kunnen krijgen voor planschade “uitermate teleurstellend”. Vaak gaat het om een paar duizend euro, terwijl de huizenwaarde tienduizenden euro’s kan dalen. “Ik heb een klant die een ton minder kreeg voor zijn woning. Een ander zelfs drie ton,” aldus Botman.
Een onafhankelijke taxatie van de schade ontbreekt meestal. De overheid bepaalt via vaste formules wat ‘normale’ schade is. “Het maatschappelijk risico wordt standaard op twee tot vijf procent gezet, en dat moet je zelf maar slikken,” zegt Botman.
Monumentendorp in verzet
In Vreeland, een dorp met zo’n 70 monumenten en een gemiddelde WOZ-waarde van bijna 600.000 euro, voelen bewoners zich verraden. Gemeenteraadslid én makelaar Marieke Versloot is woedend. “Het gebied is deels Unesco-werelderfgoed, grenst aan een Natura 2000-gebied en dan komen er straks van die reuzenmolens?” zegt ze in gesprek met De Telegraaf.
De gemeente zelf is fel tegen het plan en weigert mee te werken. Toch houdt de provincie voet bij stuk. Het alternatief – zonnevelden – vindt men daar onvoldoende.
Alleen boeren profiteren
Volgens Jan Jaap Tiemersma van de landelijke omwonendenvereniging leveren de molens vooral geld op voor een kleine groep boeren. “Zij krijgen zo’n 60.000 euro per molen per jaar,” vertelt hij bij De Telegraaf. De rest van de regio betaalt de prijs. Tiemersma ziet zelf vier molens vanuit zijn tuin. “Als het waait, zijn het net stampende stoommachines. Ramen dicht, fan aan, anders word je gek van het geluid.”
Zijn schadevergoeding? Eerst 2000 euro. Pas na twee rechtszaken werd dat 42.000 euro. “Maar mijn huis was ooit 700.000 euro waard.”
Protestborden en beleggers
Overal in de dorpen zijn spandoeken te zien. Bewoners willen hun leefomgeving én hun vermogen beschermen. Intussen lijken sommige boeren, geschrokken van juridische risico’s en mogelijke claims, al te zijn afgehaakt als initiatiefnemer.
Extra wrang: de windparken blijken vaak eigendom van buitenlandse investeerders. “Bij mij is het park van een Belgische firma. Soms zijn het zelfs Thaise of Japanse beleggers,” besluit Tiemersma tegenover De Telegraaf.