Volgens Vermeer worden huiseigenaren in dure en monumentale woongebieden het slachtoffer van het energiebeleid van de provincie. “We praten hier over huizen met een gemiddelde WOZ-waarde van zes ton. Als daar tonnen aan waarde verdwijnen en je krijgt maar een fooi terug, dan moet je je als overheid diep schamen”, zegt hij. Volgens een schatting kan het totale waardeverlies oplopen tot wel 100 miljoen euro.

De bestaande compensatieregelingen zijn volgens BBB zwaar onvoldoende. Bij planschade door windmolens wordt uitgegaan van een zogenaamd ‘normaal maatschappelijk risico’, waardoor woningbezitters vaak maar enkele duizenden euro’s ontvangen – ook als hun huis tonnen minder waard is geworden.

De gemeenteraad van Stichtse Vecht heeft zich krachtig uitgesproken tegen de komst van de turbines. Toch lijken de plannen op provinciaal niveau gewoon door te gaan. Vermeer spreekt van een “klimaattank” die over gemeenten en bewoners heen walst. “Gemeenten die op de rem trappen worden simpelweg genegeerd. Het provinciale beleid dendert door.”

Volgens BBB ondermijnt dit de democratische legitimiteit van het klimaatbeleid. “Dit is geen participatie, dit is een dictaat”, aldus Vermeer. Vermeer eist in zijn Kamervragen een nieuw, onafhankelijk onderzoek naar de impact van windturbines op woningwaarde. De huidige TNO-studie uit 2022 is volgens hem verouderd en niet representatief voor gebieden met monumentale panden of hoge woningprijzen. Ook vraagt hij om garanties dat windprojecten geen doorgang krijgen zolang de compensatie ontoereikend is.

Bovendien wil BBB dat het Rijk ingrijpt als provincies zoals Utrecht plannen doordrukken tegen de wil van gemeenten en bewoners. “Bewoners verliezen het vertrouwen als hun belangen systematisch worden genegeerd.”